Submit your work, meet writers and drop the ads. Become a member
Daar was g'n tyd vir bybelversies nie
, want die brood van lewe was te duur
En wie wil nou regtig wag om ring
As die manne vir jou hoogliedere sing.

Aan die begin was daar niks nie
Maar hyt gepraat met sy hande
En toe was daar lig en oh die gode
Dit was goed! Dit was goed!

Maar hy was aleen in n wereld met als
En almal was sonder naam
, toe hy sy laaste een gee en ek
Deur bloed en been vir hom geskep is.

Dit was goed, dit was goed
En ek huil snot en trane van seer
Maar die appel proe soet
Of jy hom in die hemel of die hel hap...

Jy is die fontein van lewe,
Ek drink van jou en raak dors
Vir meer as net een aand van sterrevolg.

Mag ek dronk raak op jou wyn?
Of is jy my een reeds voor!?

En ek kan.nie kerk toe hol nie
En die Bybel vloek my skel
Want jou lyf voel soos die Hemel
Maar Hy se jy is die Hel.

Mag ek langs jou bed op kniee neersak
En jou hand in myne neem??
Kom ons raak besope...
Genoeg om liefdesliede
vir mekaar te kreun.

More bid ons om vergifnis
En vergeet wat sonde is
Tot die vlees te veel begeer
En die lewenslig so bietjie blus.

Dit is *** die liefde werk,
Dis my lewe dié
Die struikelblok wat my versmoor
Van n vel religie.
devi Sep 2018
Gebroken
verslonden
kapot
de muren
de vloer
waar ik sta
het is ingestort
buiten
en van binnen

Elke steen ooit gelegd is gevormd door jouw handen
neergelegd met een precisie als geen ander
het cement zo sterk, dat het elk blok omarmde
de muren
de vloer
waar ik sta
niets anders dan puin
buiten
en van binnen

Alles omarmende warmte wat eruit raasde
alsof het nooit zo is geweest, zoekend als dwazen
hetgeen wat we ooit als een rots in de branding voorzagen
de muren zijn weggeblazen
de vloer onder mijn voeten weggevaagd
waar ik sta
niets anders dan puin
buiten
en van binnen

Oorverdovende herrie dat het maakte
toen één voor één de stenen vielen
de hemel brak open
evenals het geluid van binnen, nu buiten, schreeuwend en krakend
geen muren
geen vloer
waar ik sta
niets anders dan puin
buiten
en van binnen

Wat ooit geborgen was, staat nu vrij om te raken
zo geschiedt, het lag immers open voor de gevaren
tot de blik op de edelen haar ***** verraadde
het werd zichtbaar, de klok tegen het geheime wapen
geen muren
geen vloer
waar ik sta
niets anders dan stenen
buiten
en van binnen

Als gegeven lagen ze er voor het oprapen
een voor een tot aan de daken
met eigen handen gebouwen om te bewaken
opende het de deuren tot alle ramen
de muren
de vloer
waar ik sta
niets anders dan stenen
buiten
en van binnen

Het haard inmiddels geladen
wat koud en kil was, is met volle vuren nu rustig aan het garen
tot in elke hoek weer een keer de zachte adem heeft geblazen
lege ruimtes langzaam gehuld in verhalen
de muren
de vloer
waar ik sta
niets anders dan stenen
buiten
en van binnen

Stap bij stap is elk blok aangeraakt, vormend in lagen
van buiten naar binnen en van binnen naar buiten, het is omgeslagen
met stenen, hand gesmeden
opnieuw de warmte in gekneden
van jou overgedragen op mij, een thuis door gekregen
de muren
de vloer
waar ik sta
alleen maar juwelen
buiten
en van binnen.
Chloë May 2015
Het was herfst en vakantie. En vakantie en herfst.
En het was herfstvakantie.

Blaadjes hingen in de lucht.
Veel blaadjes hingen er, maar vooral veel liefde.
Al hing die niet, maar sprankelde en glinsterde.
Weg zijn de blaadjes en de straatjes van toen, maar kortbij is de liefde van toen en nu.
Die sprankelt en glinstert. Nog altijd, en voor altijd.

Naast elkaar in het busje als twee sterretjes naast elkaar aan een donkere koude hemel.
Het flesje de regen van de nacht.
De popcorn mijn hersens die wegsmolten.
De aanrakingen van lippen de zachte streling van de wind.

Ik denk dat vallende sterren is wat wij zijn.
Wat zijn we anders dan vol vuur en liefde vallend voor elkaar?

                                                                    DREAMYWANDERER
want my fyn porselein is nou skerwe op die vloer
als wat goed is in die lewe;
saam met die suur melk uitgemoer
al my heuningtee en moerkoffie staan nietig in my kas
, ek hunker na n glasie brandewyn
om die herrinneringe mee weg te was.

Want Vader al val 'n duisend aan my sy
en tien duisend hier langs my
vlieg Eros se pyle net die heeltyd verby.
Ek is moeg vir alleen wees
moeg vir bang wees
vir koue voete
koue hande en
'n hart wat altyd koud sal wees.

waars die liefde en genade
waarvan ons in ******
en die Bybel lees.

Waars my stukkie hemel.
Waars my engelkoor.
Is dit ook tussen my suur melk...
of het ek dit deur bottervingers verloor?
100 jaar herrinering
100 mense ween
100 trane val daar
100 druppels reen
van die hemel heen

Dankie vir die reen o God
die plase was so droog
die kommer word nou weggespoel
uit talle boer se oog



oor droewe grond
wat kraak en bars
streel helend hand
loop water vars

oor die mielies, koring
en oor goue hawermout
dans in die wind die jongeling
en skyn opnuut wee goud

die Here het geantwoord
oor wenige gebed
bewys van vooraf weereens
al genade wat hy het

maar wolke breuk, strome spoel
die grond word weer genees
maar spokend, kaal en lenig
sal die kerk weer Sondag wees

onthou jy jou gelofte
my Afrikaner kind
wat nou soos na dood siektes
voor die oe ontbind

**** my woord op nuut
oor die heuwels sal dit reis
tot my volk gaan terugkeer
sal opbrengs , soos geloof,
deur droogtes vergreis
Blompen ; dompen

My pen lè los in my hand ,
Bibberend soos 'n straatkind in die kou;
Net so blinkoog - net so hol,
Vol drome wat in die agterkop brou

Maar die ink loop hortend oor die blou
Treinspore, mompelend soos 'n man
Wat die vreemde dialek van opgee praat
En sy laaste vloek op die hemel inspan

*** sku sluip die musa in die skemerson
Waar net echoes van haar in die droewige letters lê
En die gebeendere van hol woorde waai met die wind
Tot waar sal net die uitgedroogde môre kan sê?

My pen is nietigvaal teen die goudskrif teen die muur
En hunker uit desperaatheid na 'n siggaret
, want die ander het vere en woorde wat vlieg...
*** skep ek 'n wereld met die dors pen wat ek het?

My môre lyk puntloos en onvoltooid.
My gemoed knak en splinter oor die papier.
Die ink loop meer kunstig onder fisika
As die hand van die skrywer, Die verlepte Angelier
Thia Jones Mar 2014
England is waterlogged
becoming submerged
nascent Atlantis
surrendering to the tide

Sink holes in Hemel
sunk homes in Surrey
hanging railways in Devon
****** cafes by the sea

A damp apocalypse beckons
it may get wetter yet
now that rain reigns
Britain is ruled by waves

Cynthia Pauline Jones 15/2/14
Inspired by the February floods!
AW Oct 2014
De zon gaat langzaam onder
En zakt weg in de oceaan
Hier aan de rand van de wereld
Voelt alles zwaarder aan

Of ik nu fluister, bid of schreeuw
Alleen is hier pas echt alleen
De leegte van de horizon,
Slechts de golven om me heen

Ik weet niet waar het water stopt
En waar de lucht begint
De kleuren smelten samen
Mijn blik wazig in de wind

En met de zon daalt het besef
Het leven is als een oceaan
Golven en storm zijn relatief
Als je op het strand blijft staan

Ik weet niet waar het heden stopt
En de toekomst beginnen gaat
Zelfs als alles anders wordt
Is dat vaak te weinig, te laat

Maar als de zon haar licht onttrekt
Aan de branding van mijn bestaan
Verlicht ineens van achter mij
Het schijnsel van de maan

Zo leert een lege horizon dat
De hemel de verste zee verlicht
Zelfs in het donker van de nacht
Biedt U mij helder zicht
Inspired by Psalm 139:7-10
Die donker dans in daai kind se oe
kyk *** die duiwel om hom draai en
walts met die doodsdonker nag
op die ritme van sy swak hart.

Die kind se swak hart
natuurlik bosluis die duiwel hom
toe op die bloedjie se bloed
tot sy are net gal spoeg.

Tant San se hy speel met vuur...
en sit op die doringdraad
tussen hierdie span en die ander
wie hy altwee lelik speel.

Oom Jaap se hy snuif hom slim
die gom is maar om sy hart weer
aanmekaar te plak en die spirits
vir die graffiti op sy spirit en sy soul

maar mens praat nie so van God se kind nie
die laaitjie praat met engele
en gaan eerder hemel toe as jy...
want geen mens gan tweekeer hell toe nie.

Hy wag net om te dooi...
Sjame , die arme kind.
AW Apr 2015
Als een zoeklicht, opgericht
Naar een hemel vol sterren
Kruist ze lichtstralen, verhalen
En schiet verder in de nacht
Voor één moment, onbekend
Voor de lege eenzaamheid
Dan weer eindeloos, zwart

Een knipperlichtrelatie
Met de glinsterende maan
Stralend middelpunt
Van de nacht die zij zelf
Slechts bliksemsnel verlichten mag

Zij, kortstondig als de dag
En voor de maan niet anders
Dan de sterren
Die hij lichtjaren eerder
Al doven zag

De afstand onoverbrugbaar
Tussen haar en het donkerste licht
Vindt ze zichzelf
In het laatste kwartier
Terug aan de kust

De enige plek waar zijn vingers haar beroeren
Waar zijn passie in de golven
Haar op haar knieën dwingt
Waar de zwarte eenzaamheid
Haar niet langer van hem *******br>Daar waar de maan
Het tij steeds weer keert
Tao Oct 2020
die sprankel lied, nou verlore
terwyl ek op hartseer se drumpel staan
n blye hart, nou my verbode
sê ek totsiens aan geliefde dae saam

die koue klou van diepste smart
druk my hart teer
die traan druppels, stroom my af
ai, die gekreun van die kind maak seer

die kinkel stem en glansende lag
die wysheid in haar stem
dit mis ek só, haar warm hand
wat vryf so oor my ken

roep my, toe?
ek hunker so om jou weer eens te sien
om tyd te spandeer, net ons saam

roep my,
ek kom aan gestap
die hemel bring ek saam.
R.I.P my landgenote #covid19
A Henslo Feb 2019
DE SNEEUW VINDT HAAR EINDE OP EEN WARM GAZON
EN WAT OVERBLIJFT

De diepste indruk maakt een dik pak sneeuw.
Rustig residu die middag,
opziend naar een wonderblauwe hemel.

Sneeuw biedt je weer een lijf, zet je een hoed op,
begraaft je in haar tweede natuur, met een schijnsel
van sepia, lekkend schemerblauw.

De sneeuw friemelt aan je voegen,
wil naar binnen.

In de sneeuw ben je engelachtig
en zij is niet beangstigend, zij lijkt ons veeleer
te omarmen en te beschermen
op onze weg door de stad

Zelfs middelbaar ben je weer even kind.
De sneeuw vangt ons met haar gepeperde adem
en geeft frisse lucht.

Zij komt en gaat en komt weer terug
Zij hoopt zich op zonder
hoop op duurzaamheid
& wenst niet te blijven.

De sneeuw, ik benijd haar,
dat zij zal verdwijnen
laat haar koud

Zij is haar eigen landschap,
met haar coole witkalk
creëert ze
een albasten pracht

trekt zich dan terug zonder klacht.
English Dutch transposition by A.Henslo
Original poem by Deborah Landau, 2018

The Snow Goes to the Gallows of a Warm Grass  and What Survives

The deepest redress is a thick and fulsome snow.
Peaceful prevail of afternoon,
looking out at this bluish marvel the air.

The snow realizes you a body, puts on you a hat,
tombs you in its second nature, with consequence
of sepia, a leaking dusky blue.

The snow fumbles at your borders,
wants a way in.

In the snow we are angelic
and it’s not discouraging in fact it is marvellous
when the snow has its arms around us
and we walk the streets as if safe.

You’re a child, even in midlife.
The snow clouds us in its peppery breath
and the air comes fresh.

It comes and goes and comes again
it doesn’t aim for durability
it accumulates for the sake of it
& doesn’t want to last.

The snow, I envy it,
it will vanish
but it doesn’t care,

it’s its own garden,
its own cool chalky paint―
kicks up
an alabaster splendor

then retreats without complaint.
JMC Jul 2023
Ik twijfel niet
aan de uniekheid van het universum
*** mijn hoofd tuimelt
als ik me erin verlies

Ik twijfel niet
aan de oneindigheid van de sterren
*** ik me verwonder
als ik dat ene lichtpuntje zie

Ik twijfel niet
aan de onvindbaarheid van die ene planeet
*** ik ernaar zoek
alsof ik het ooit nog terugvind

Ik twijfel niet
aan de pracht van de hemel
*** ik het mis
alsof het destijds anders voelde

Ik twijfel niet
aan het einde van de aarde
*** het hoort te zijn
als ik realistisch zou wezen

Wat als de liefde het universum is
jij de ster
onze relatie de planeet en
het verleden de hemel

Twijfel jij?
Op zoek naar closure
In die hart van Afrika se suidegrond,
Styg ’n taal, sterk en bond.
Diep in son en sand,
Stemme dra oor hierdie land.

Afrikaans, die taal van hart en kin,
Gevleg met stories van waar ons was en bin.
Van boereveld tot stad se straat,
Sy ritme sterk, sy klank hard.

Woorde wat van berge hoog weerklink,
Stories oud, na die hemel gesink.
Met elke “sê,” ’n belofte gegee,
Van erfenis wat nooit sal verdwyn.

Ons taal sing van lag, van trane en vrees,
Van stryde gewen en drome geheg.
Al verander die tyd, al rol die gety,
Afrikaans bly staan, sterk en vry.

So hef jou stem, laat dit luid wees,
’n Lied van trots, ’n taal om te lees.
Want in elke frase, elke woord en rym,
Dra ons ons Afrikaans, deur elke tyd.
Corna Badenhorst Jun 2021
Hier is ek, vyf en vyftig jaar oud, met geen antwoord
hoekom is ek hier en waarheen gaan ek na die dood
wat het my lewe nou eindelik beteken;
en wie is bevoeg om daai som te bereken?
is daar n hel en n hemel, reinkarnasie of nirvana
al die interaksie, die gesukkel, die daaglikse drama
christen, moslem, boedhis, ateis of jood
almal soek iets om aan te roep in hul nood
wie is reg en wie is verkeerd; hoekom weet ons so min
duisende gedagtes, geen tyd om die rede te ontgin
soms huiwer die antwoord vir n oomblik waar my diepste gedagtes woon
en net voor ek dit kan aangryp en verstaan vervaag dit soos in n droom
en los my met niks, die eindelose sirkel, om en om
en die dooies is stom
Daan Jul 14
Het botert niet tussen
mij en tussen de oren.
Mijn buik is niet te sussen,
wil geen inspraak horen.

Voor maar honderdtien
doen we er ruitenwissers
bovenop.

De smaak van de keizer
Wie wordt de onderwijzer
bovenhands en overmand
zandkastelen in het zand.

En dit is nog maar het begin,
generiek en tegenwijzerszin.
Ronde schijven in vierkante dozen,
nu nog ergens om die ansjo in te lozen.

Mijn geld is op
vakantie en elke keer als ik die man zie
boekt mijn tas een vluchtje bij.

De staat van deze broek en wie ze draagt
in de staat, in beide zitten gaatjes, maatjes op
droog of natte plekken, dansen, rekken, goed proberen bekken,
sleur en doek, ongeacht, de laatste druppel vormt
signalen op je broek, morse code om te zeggen
dat je de verantwoording niet bij de ander
hoeft te leggen. Vogels verschuilen in de veren
van de wolf in schaapse kleren. Ijsberen
onderwinteren op zomerse terrasjes
verre van de mentale was en plasjes
die ze nog moeten draaien.

Laat maar waaien.

Sommige dingen zullen nooit, kan ik nooit vergeten.
Dat ik verkeerd was, moest iedereen weten, ze leken al
te lachen nog voor dat ik moest spreken.
Ik had niets om me aan op te trekken, haalde anderen
dan neer. Zelfs zei iemand stop, gooide ik
ze gewoon een busje verder onder in de functie
van een stomme mop. En oordelen gaat in twee
richtingen. Wie het zaait zal het oogsten, zal het plukken
Het moet toch lukken dat de stukken die we
slaan de waan levendiger maken dat de zaken er
goed voor zouden staan.

Achter elke boom zit de pijn van het verleden, erger nog dan slangen, gevaarlijker dan wolven, het lijden komt in golven en is niet te vermijden.

De pijn is van aller tijden, pakt je bij je biezen.
Laat je zien wat er valt en wat je kan verliezen.
Hier kan ik eindelijk doen wat ik zelf wil,
Hier is al de rest, eindelijk even stil.
Het afzien is een keuze.

Ik voel mij zo speciaal in de zever die'k verpak,
lak aan de tegels, een brug verkocht in de hemel
en de sterren namen geven. Dan durf ik nog te beweren
dat ik controle heb over mijn leven.

Ik blijf zelf best zitten, muren witten, draaien
frezen. Ik kan alleen maar boeken lezen. Wie iets
doet kan missen, wie iets doet, kan leren. Elke dag
is elke dag opnieuw proberen.
Doen wat je niet laten kan
12/05/24

— The End —