Submit your work, meet writers and drop the ads. Become a member
Chloë May 2015
Het was herfst en vakantie. En vakantie en herfst.
En het was herfstvakantie.

Blaadjes hingen in de lucht.
Veel blaadjes hingen er, maar vooral veel liefde.
Al hing die niet, maar sprankelde en glinsterde.
Weg zijn de blaadjes en de straatjes van toen, maar kortbij is de liefde van toen en nu.
Die sprankelt en glinstert. Nog altijd, en voor altijd.

Naast elkaar in het busje als twee sterretjes naast elkaar aan een donkere koude hemel.
Het flesje de regen van de nacht.
De popcorn mijn hersens die wegsmolten.
De aanrakingen van lippen de zachte streling van de wind.

Ik denk dat vallende sterren is wat wij zijn.
Wat zijn we anders dan vol vuur en liefde vallend voor elkaar?

                                                                    DREAMYWANDERER
AW Jun 2012
Waar de zon wel lijkt te schijnen
Ziet zij nog alles zwart
Waar hitte de vreugde verdort
Zomer in haar hart

Waar de kleuren wel mooi lijken
Heeft de wind haar gevoel verwart
En de regen haar vrijheid doen wijken
Herfst in haar hart

Waar de zon schittert op de sneeuw
Heeft het ijs haar hoofd verhard
Snijdt de kou zich in haar lichaam
Winter in haar hart

Waar alle kleuren lijken op te bloeien
Maar de regen met tranen vermengd wordt
Hoopt ze dat het in haar hart
Ooit weer lente wordt
Andrew L Manson Jul 2018
Ik druk mijn lippen op jouw naam,
sierlijk op een enveloppe geschreven,
fragmenten van herinneringen,
in een brief die ik je nooit heb gegeven.

Weet je nog *** wij de eerste keer liepen,
door die oude hoofdstad van ons land?
Door de straten zwervend, lachend,
jouw koude in mijn warme hand.

En weet je nog de kleurigste herfst,
wandelend door het bos bij de duinen,
met jouw dochter die vol bewondering
naar paddenstoelen liep te struinen?

En weet je nog die hoogste schommel,
die bijna reikte tot de maan
waarop ik jou steeds hoger duwde,
omdat ik nog niet weg wilde gaan?

En weet je nog *** wij samen,
slenterend door winkels van ingebonden papier,
intiem pratend, de wereld negerend,
jij mijn hand pakte en zei “hier”?;
“Voel *** wij uit alle macht
hetzelfde dansen op het ritme van dit leven”
en *** ik toen ter plekke bedacht
dat ik jou mijn wereld wilde geven.

En weet je nog, toen het tij
zich tegen ons begon te keren
en wij nog dachten dat wij samen
de storm wel zouden kunnen trotseren,
*** ons roerloze schip
tezamen met mijn wereld is vergaan,
toen de golven van emoties
het tegen de rotsen hebben doen slaan?

En heb je het nog gehoord dat ik zoekend,
tussen het wrakhout in de koude oceaan,
jouw naam heb geroepen tot ik,
schor en half in verdriet verdronken,
maar aan land ben gegaan?

En heb je het geweten dat ik dolend,
over bospaden en de straten van die oude stad,
gezocht heb naar sporen van jou,
niet wetende of je aan mij dacht of dat je mij vergat?

Maar wat je niet hebt kunnen weten
en waarschijnlijk ook niet meer ziet
is dat ik nooit heb kunnen vullen,
de leegte die je achter liet.

Ik druk mijn lippen op jouw naam,
sierlijk op een enveloppe geschreven,
fragmenten van herinneringen,
in een brief die ik je nooit heb gegeven
Daan Dec 2022
In het vallen van de bladeren,
geel, rood, bruin om in te kaderen,
zie ik stilte en verdriet,
een pluizenbol in't bos
die stiekem er geniet.

In kale takken zie 'k gewicht
dat niet meer hoeft gedragen.
Enerzijds misschien gezwicht
tenander waait het wel in vlagen.

Waaivlagen vliegen om de oren,
het ijs, dat in de lucht hangt,
je kan het bijna horen.

De winter die de herfst vervangt
en langzame zomer in ivoren toren.

We spreken van geluk.

Dat we ooit zelfs groen gezien
(mogen hebben.)
Dat we hebben mogen hebben.
Dat we mogen leven tussen boom en as.
Dat we kunnen zolang we kunnen
Dat we voelen *** de haren dunnen
Zolang we blijven denken
aan *** het vroeger was.
Kate Copeland Oct 2019
[Freely translated after ''In de herfst'' - Vasalis]

Hollow, empty of desire
and while the yellowish amber trees,
the green stony trunks...
the light hovers silently over the leaves.

My heart far too open

too oftly captured by this light

floating thinly with the clouds...

and dreaming hurtfully, wretchedly
only 
to get away from me

and while really so despairingly.

— The End —