Submit your work, meet writers and drop the ads. Become a member
Nienke Feb 2015
de maan streelt mijn naakte huid
teder en zacht
net of iemand op mij wacht
daar in het hoekje van het natte dakraam
ver weg
schijnt toch zo voldaan

en al is haar blanke gloed
slechts een reflectie van
een verdoofd licht
zo veel die reflectie mij kan schenken
want ook de maan heeft meer dan één gezicht

's nachts toont ze soms bescheiden een lach
wachtend op de overname van de zon
wachtend op een nieuwe dag
Nienke Aug 2015
rusteloosheid
en vastgeroest verdriet
niemand ziet
het lam tussen de wolven
maar ver komt het niet
waar komt het vandaan
en waar is het geboren
of zit dat tussen haar oren
als er weer eens niemand is
het aftuigen van zelf
nog hopen op meer
lichamelijk zeer
een druppel wanhoop
gemengd met wantrouwen
en al gauw, de wanemmer verzoop
in eigen tranen
dan stromen het doet
en blijft stromen voor goed
rusteloosheid
diep in de nacht
wanneer er niemand op je wacht
behalve de ster achter de wolken
geen woorden maar daden
ja dat zal het zijn
maar het tegenbewijs valt klein
woorden onhoorbaar
een jongen die lacht
het vertrouwen ontkracht
een laatste afscheidsgroet
valt niet helemaal goed
als de duisternis nabij
zoals mijn geboorte
alleen en vrij
later zeer zelfstandig
maar nog geen procent als de rest
verpest
verpest
waarom ben ik zo anders
wat is er mis met mij, zo vrij
iedereen een ander perspectief
en ik begrijp het maar niet
ook al noemen ze mij lief
de wereld redden
met iedereen erin
heeft opeens weinig zin
als het verboden blijkt te zijn
slechts een eenzijdig spel
ach, het lam weet het nu wel
tevergeefs
rennend in de ochtendzon
verscholen in een wolkenbed
de eerste straal licht
uit het zicht
uit het zicht van de wolven
waar anders heen
springend over steentjes
met sterke beentjes
alleen in de grote wei
waarin de stilte zo groot
haar hart stilletjes vergroot
zo ook de klap van pijn
de enorme val
zo jong al
de verhouding van zwaarte
en het verdragen
aan de andere kant het extreem behagen
dat is toch geen rechte lijn
maar slechts twee woorden mochten er zijn
in steen gekerfd, beroerd gepolijst
blijdschap en depressie
maar niets er tussen in
want dat had toch geen zin
voor iemand met sensitieve uitersten
bestaat geen middenin
toch levende in een wereld van het midden
zoek balans, het middelpunt
en *** men het haar ook gunt
ze was nu eenmaal als lam geboren
en niet als schaap..  (noch rund)

blind als een mol
gravend in de grond
het was haar eigen graf
waar ze uiteindelijk op stond
omringd door de vertrouwde pijn
vroeg zich af wel van haar te zijn
met borstkas gespleten door twee
het lam kreeg heimwee
stond half dood op
wachtend op één
met hart nog langzaam trekkend
lekkend
de geur van aarde in vacht
wie had deze terugkomst ooit verwacht
en het worden van schaap
in wolfskleren
wilde zich immers niet bezeren
want moe het al was
met steen gevulde buik
de val nu slechts een kras
en wist niet eens meer wat de val was
de doorn(en) uit verleden
gestoken in vers vlees
al genoeg geleden
dus besloot nu gewoon ook wolvin
je bent een wolf, meisje
je bent een wolfmeisje
met het schaap
bloedend
nog ergens binnenin
Nienke Dec 2017
zwemmend in een zwart meer
de stilte houdt van me
de wereld houdt me
in zijn greep
een pijn
niemand zal begrijpen
accepteer maar
meisje
zoekt vervanging
vindt vervanging
van leegte
waar ik wil drijven
op het zwarte meer
mijn rug slechts een trap
voor zij die er in zijn gevallen
maar laat mij zinken
laat me maar
in deze koude nacht
vol onbegrip, steken van leven
wachtend op een ladder naar de maan
mijn hand reikt uit
EzraZebra Aug 2019
vastgeworteld in de grond, als een half volgroeid struikje
in de harde wintergrond, wachtend op de langste nacht
de eerste vooruitblik naar de warme zomerzon
wanneer de duisternis langzaam, voorzichtig
wordt verdreven door smalend ochtendlicht
23/11/2013
Daan Jun 2019
Faam en ik zijn slechte vrienden.
In de spots, op de planken,
bang van uitgekienden,
gedwongen af te slanken,
zou ik kwijnen, stilaan weg,
wachtend op een teken,
tot iemand start met preken:
'Handel pas als ik het zeg.'.
Vinger op de lip
Daan Feb 2020
Meisje, wachtend op de trein,
soms onzeker, bang voor wat
zou kunnen komen, bang
voor wat zou kunnen zijn.

Ze weet niet dat zij
een bron is van levensvreugd,
de bestemming die ze zelf niet ziet,
waar jongen zich danig op verheugt.

Nieuwigheden doen haar soms trillen,
plaatsen handen in haar haar,
zo ook zou ze wat gezelschap willen
dan staat jongen voor haar klaar.

Weldra heeft ze haar plaats gevonden
en genomen en leeft ze wederom
in een wereld vol met dromen.
We zijn onderweg en nieuwe dingen zijn even wennen.
Maar je kan het vast wel aan.
Je hebt het nog gedaan.

— The End —