Submit your work, meet writers and drop the ads. Become a member
Nienke Aug 2015
rusteloosheid
en vastgeroest verdriet
niemand ziet
het lam tussen de wolven
maar ver komt het niet
waar komt het vandaan
en waar is het geboren
of zit dat tussen haar oren
als er weer eens niemand is
het aftuigen van zelf
nog hopen op meer
lichamelijk zeer
een druppel wanhoop
gemengd met wantrouwen
en al gauw, de wanemmer verzoop
in eigen tranen
dan stromen het doet
en blijft stromen voor goed
rusteloosheid
diep in de nacht
wanneer er niemand op je wacht
behalve de ster achter de wolken
geen woorden maar daden
ja dat zal het zijn
maar het tegenbewijs valt klein
woorden onhoorbaar
een jongen die lacht
het vertrouwen ontkracht
een laatste afscheidsgroet
valt niet helemaal goed
als de duisternis nabij
zoals mijn geboorte
alleen en vrij
later zeer zelfstandig
maar nog geen procent als de rest
verpest
verpest
waarom ben ik zo anders
wat is er mis met mij, zo vrij
iedereen een ander perspectief
en ik begrijp het maar niet
ook al noemen ze mij lief
de wereld redden
met iedereen erin
heeft opeens weinig zin
als het verboden blijkt te zijn
slechts een eenzijdig spel
ach, het lam weet het nu wel
tevergeefs
rennend in de ochtendzon
verscholen in een wolkenbed
de eerste straal licht
uit het zicht
uit het zicht van de wolven
waar anders heen
springend over steentjes
met sterke beentjes
alleen in de grote wei
waarin de stilte zo groot
haar hart stilletjes vergroot
zo ook de klap van pijn
de enorme val
zo jong al
de verhouding van zwaarte
en het verdragen
aan de andere kant het extreem behagen
dat is toch geen rechte lijn
maar slechts twee woorden mochten er zijn
in steen gekerfd, beroerd gepolijst
blijdschap en depressie
maar niets er tussen in
want dat had toch geen zin
voor iemand met sensitieve uitersten
bestaat geen middenin
toch levende in een wereld van het midden
zoek balans, het middelpunt
en *** men het haar ook gunt
ze was nu eenmaal als lam geboren
en niet als schaap..  (noch rund)

blind als een mol
gravend in de grond
het was haar eigen graf
waar ze uiteindelijk op stond
omringd door de vertrouwde pijn
vroeg zich af wel van haar te zijn
met borstkas gespleten door twee
het lam kreeg heimwee
stond half dood op
wachtend op één
met hart nog langzaam trekkend
lekkend
de geur van aarde in vacht
wie had deze terugkomst ooit verwacht
en het worden van schaap
in wolfskleren
wilde zich immers niet bezeren
want moe het al was
met steen gevulde buik
de val nu slechts een kras
en wist niet eens meer wat de val was
de doorn(en) uit verleden
gestoken in vers vlees
al genoeg geleden
dus besloot nu gewoon ook wolvin
je bent een wolf, meisje
je bent een wolfmeisje
met het schaap
bloedend
nog ergens binnenin
Daan Apr 2019
Sinds die bewuste uiteenzetting
is er zodanig veel gebeurd
in onze levenssetting
dat je zonder klaarheid treurt.
Het wordt moeilijk onderscheiden
wie nu wat precies besmeurt.
Na slagen en reizen
valt enkel te beslissen
wie in de prijzen valt
en wie we moedwillig wissen
wanneer het in de boeken wordt gestald.
Rijke arme geschiedenis
Daan Apr 2019
Donkere sneeuw valt op en in
jouw hoofd.
Als ik het twee maanden
geleden had voorspeld,
had niemand me geloofd.
Het is een soort die niet smelt,
ophoopt en je geest verdooft.
Hij blijft maar vallen,
soms wat meer, soms wat minder.
We zien dat aan jouw wallen.
Toch ondervinden wij
in steeds grotere mate hinder
en vragen we ons af:
'Wat vind jij?'
Kan je het nog dragen?
Daan Apr 2019
Ik herken je nog maar half.
Jij was de enige die met vervallen zalf
onze wondes bleef genezen.
Ik hoop nog dat je dit kan lezen
of dat je minstens weet
dat wij dagelijks dankbaar waren
voor alles wat je deed.

Het sijpelt stilaan binnen.
Het valt niet te begrijpen ***.
Je ziet dat niet beginnen.
Zeg nu al dat je van haar houdt
voordat de lucht komt te veranderen
en langzaamaan, tot het onhoudbare toe,
zijn kleur verliest, vergrauwt.

Binnenkort zien wij je terug.
Dan verwacht ik van die fiere dame
zachte, lieve klopjes op mijn rug,
zoals toen we bij jou, na het vallen, om troost
en zalfjes kwamen.
Rust zacht
Daan May 2019
De wereld maakt mij soms verdrietig,
in het donkere verschoven.
Sta ik er nu onder of erboven?
Ik weet het allemaal niet meer.
Democratie valt niet te kaatsen.
Laat me maar alleen
dan heb ik de tijd
om dat van net te plaatsen
Opnieuw beginnen
Daan May 2019
Zodra we weten waar
naartoe valt toch één
last van onze schouders,
blijft het zwaar
maar
terug draaglijk
voor onze bezorgde ouders.
Daan Nov 2019
Mijlpalen zijn voor mij alen
die me doen verdwalen
op zodanig vele wijzes
dat ik me afvraag
waar blijven ze het halen.

Zeven honderd, wat een ding,
wat was dat, dat in de lucht hing,
een scheefgelopen baan
voor een ver hopende Daan.

Ik was altijd romanticus,
nu soms bitter realist,
naïef zal ik waarschijnlijk altijd blijven,
ik wou waarom dat ik dat wist.

Want zoveel is dat niet, besef ik
en dat valt me soms erg zwaar,
het voelt alsof ik weet wanneer
maar pas na de afspraak waar.
Zullen we dat afspreken?
Daan Feb 2020
Ik vraag me af wat ik beschik
en breng mezelf in gevaar.
Want zoveel is dat niet, besef ik
en dat valt me soms erg zwaar.
Het voelt alsof ik weet wanneer
maar pas na de afspraak waar.
Zullen we dat afspreken?
Daan Oct 2019
Schoenen als een dagje zonder
wolken, als een draaitje en geen
kolken aan de lucht.

Met een helder, hemels lachje, lag je
onder die lege lucht te dromen.
Laat maar komen, die
beelden van perfectie,
figuren met reflectie
in jouw zeegroene blik.

Je was jaloers en ik
verwacht je, smacht je
naar die klik.
Vlak voor de nacht haar waren stalt
en alles plots en klaps, ineens,
zoals jij hoort,
in elkaar past en ineen valt.
es in die air en herfst is in het land
Daan Jun 2019
Groene paprika, pepers, courgette
en komkom kom kom kommer.

Zet u in de lommer, kijk naar wat dje het,
een tuin vol groene groenten
en een zacht warm geitenwollenbed.

Het valt wel mee toch, wat je ziet?
Kom, vanavond eten we friet.
Klein denken, niet te groot. Golfjes doen meer goed dan een heuse overvloed.
Daan Mar 2020
In de kelder heb ik een kamer vrij
gehouden, opgemaakt en zo geheim
dat ik er niemand, buiten mij,
zou binnen laten.

Het licht is dim en door de opening van de deur
valt het meeste licht op een houten
sokkeltje. Daarnaast hangt er een geur
van jong parfum en een glinster gouden
mokkeltje.

Het is mij een dierbaar ver verleden,
waar ik vroeger veel om heb geleden.
Net daarom staat het uit zicht
en krijgt het gewelf er amper licht.

Op de sokkel staat een herinnering die me telkens kan ontstuimen.
Misschien is het eens tijd om de kamer op te ruimen.
Oppassen geblazen
Daan Feb 2020
Iets maakt dat ik niet zeker ben
over wat ik weet, ik vergis,
denk dat ik niet zeker ken,
of vergeten wat het is.

Want zoveel is het niet, besef ik
en dat valt me soms erg zwaar,
het voelt alsof ik weet wanneer
maar pas na de afspraak waar.
Daan Jul 14
Het botert niet tussen
mij en tussen de oren.
Mijn buik is niet te sussen,
wil geen inspraak horen.

Voor maar honderdtien
doen we er ruitenwissers
bovenop.

De smaak van de keizer
Wie wordt de onderwijzer
bovenhands en overmand
zandkastelen in het zand.

En dit is nog maar het begin,
generiek en tegenwijzerszin.
Ronde schijven in vierkante dozen,
nu nog ergens om die ansjo in te lozen.

Mijn geld is op
vakantie en elke keer als ik die man zie
boekt mijn tas een vluchtje bij.

De staat van deze broek en wie ze draagt
in de staat, in beide zitten gaatjes, maatjes op
droog of natte plekken, dansen, rekken, goed proberen bekken,
sleur en doek, ongeacht, de laatste druppel vormt
signalen op je broek, morse code om te zeggen
dat je de verantwoording niet bij de ander
hoeft te leggen. Vogels verschuilen in de veren
van de wolf in schaapse kleren. Ijsberen
onderwinteren op zomerse terrasjes
verre van de mentale was en plasjes
die ze nog moeten draaien.

Laat maar waaien.

Sommige dingen zullen nooit, kan ik nooit vergeten.
Dat ik verkeerd was, moest iedereen weten, ze leken al
te lachen nog voor dat ik moest spreken.
Ik had niets om me aan op te trekken, haalde anderen
dan neer. Zelfs zei iemand stop, gooide ik
ze gewoon een busje verder onder in de functie
van een stomme mop. En oordelen gaat in twee
richtingen. Wie het zaait zal het oogsten, zal het plukken
Het moet toch lukken dat de stukken die we
slaan de waan levendiger maken dat de zaken er
goed voor zouden staan.

Achter elke boom zit de pijn van het verleden, erger nog dan slangen, gevaarlijker dan wolven, het lijden komt in golven en is niet te vermijden.

De pijn is van aller tijden, pakt je bij je biezen.
Laat je zien wat er valt en wat je kan verliezen.
Hier kan ik eindelijk doen wat ik zelf wil,
Hier is al de rest, eindelijk even stil.
Het afzien is een keuze.

Ik voel mij zo speciaal in de zever die'k verpak,
lak aan de tegels, een brug verkocht in de hemel
en de sterren namen geven. Dan durf ik nog te beweren
dat ik controle heb over mijn leven.

Ik blijf zelf best zitten, muren witten, draaien
frezen. Ik kan alleen maar boeken lezen. Wie iets
doet kan missen, wie iets doet, kan leren. Elke dag
is elke dag opnieuw proberen.
Doen wat je niet laten kan
12/05/24
Daan Jul 14
Ooit heb je spijt
dat valt niet te ontwijken.
*** beter dagen lijken
*** zwaarder je later lijdt.

Laat de klanken mij dragen
naar een plaats waar klinkers
de rechter en de linker
me temidden dagen.
Voer mij geredeneerde waterwijn
en kerken die nooit groener zijn.
Vervoer mij naar die streek
waar penselen landden,
streepten door verguisde stranden
tot verhuisde landen omarmd,
gesloten in twee handen,
zachtjes op de grond gedijd.

Je mag me naar die wegen sjouwen
die ik al zo lang vermijd.
Ik zal er mijn huisje bouven,
er wonen tot een eeuwigheid.
Zelfs al heb ik spijt, dat zal me een worst wezen.
Dat went ook wel. En dan leer ik en dan leef ik en dan kan ik tenminste verder.

26/03/24
Daan Sep 29
Leden, maten, zware zakken,
rollende ballen, dikke hakken,
tomatenplukkers, houtpakkers
en in-koeten-kakkers.

Ik moet jullie wat vertellen.
En terwijl mijn voeten schuiven,
doe ik het uit de doeken.

Ik zeg ik verdien wat ik krijg,
in plaats van andersom.

Wat heeft dat te betekenen?

Dat ik het vaak genoeg
zelf niet weet.

Waarom dan die fanfare?

Dat kan ik zelf niet verklaren.
Soms moeten het woord het voetenwerk doen.
En dan sta ik mijn mond vol tanden,
het haar in de handen
en het zand aan de lippen.

Man, dit gedicht, gooi het van de klippen.
Kunnen we deze gozer, aub, even skippen.
Wat een zeikstraal, wat een knul,
hij pist vast doorschijnend water,
zo flauw is zijn fletse kul.

Die valt niet meer op te knappen.
Dan maar naar de uiltjes.

— The End —