Submit your work, meet writers and drop the ads. Become a member
devi Sep 2018
Gebroken
verslonden
kapot
de muren
de vloer
waar ik sta
het is ingestort
buiten
en van binnen

Elke steen ooit gelegd is gevormd door jouw handen
neergelegd met een precisie als geen ander
het cement zo sterk, dat het elk blok omarmde
de muren
de vloer
waar ik sta
niets anders dan puin
buiten
en van binnen

Alles omarmende warmte wat eruit raasde
alsof het nooit zo is geweest, zoekend als dwazen
hetgeen wat we ooit als een rots in de branding voorzagen
de muren zijn weggeblazen
de vloer onder mijn voeten weggevaagd
waar ik sta
niets anders dan puin
buiten
en van binnen

Oorverdovende herrie dat het maakte
toen één voor één de stenen vielen
de hemel brak open
evenals het geluid van binnen, nu buiten, schreeuwend en krakend
geen muren
geen vloer
waar ik sta
niets anders dan puin
buiten
en van binnen

Wat ooit geborgen was, staat nu vrij om te raken
zo geschiedt, het lag immers open voor de gevaren
tot de blik op de edelen haar ***** verraadde
het werd zichtbaar, de klok tegen het geheime wapen
geen muren
geen vloer
waar ik sta
niets anders dan stenen
buiten
en van binnen

Als gegeven lagen ze er voor het oprapen
een voor een tot aan de daken
met eigen handen gebouwen om te bewaken
opende het de deuren tot alle ramen
de muren
de vloer
waar ik sta
niets anders dan stenen
buiten
en van binnen

Het haard inmiddels geladen
wat koud en kil was, is met volle vuren nu rustig aan het garen
tot in elke hoek weer een keer de zachte adem heeft geblazen
lege ruimtes langzaam gehuld in verhalen
de muren
de vloer
waar ik sta
niets anders dan stenen
buiten
en van binnen

Stap bij stap is elk blok aangeraakt, vormend in lagen
van buiten naar binnen en van binnen naar buiten, het is omgeslagen
met stenen, hand gesmeden
opnieuw de warmte in gekneden
van jou overgedragen op mij, een thuis door gekregen
de muren
de vloer
waar ik sta
alleen maar juwelen
buiten
en van binnen.
Daan Oct 2019
Nooit meer terug is even slikken,
Nooit meer daar en niet meer hikken,
ongeremd schikken, ongestemd
en zonder broek maar wel een hemd.

Ik ben nu hier, weet niet goed waar,
er is een schat verborgen.
Ik wil hem vinden en meenemen naar
mijn oude thuis van morgen,
waar mijn zorgen
enkel deden kniezen
zonder effectief van de stress
haren te doen verliezen.
Ik zal moeten kiezen
want mijn oude thuis, helaas,
is achter mij gebleven
in alle haast,
op het begin van dit avontuur,
zachtjes van de kust gedreven
en over de rand van de muur
voor altijd weg gevaren uit mijn leven
samen met wat mij beschermde
wanneer ik onbeholpen schermde
met de gevaren uit mijn zeven.

Dus niet meer terug, gewoon door.
Er is een schat, een weg naar grote kuis
maar daar zal het nooit hetzelfde zijn
als mijn oude thuis.

Nooit meer terug, altijd hier,
met enkel in mijn hoofd,
in al wat ik herinner,
een deurtje op een kier.
En misschien ooit, als ik kinderen heb,
zie ik mijn oude thuis terug
in *** onschuldig lief plezier.
Er is geen thuis om naar terug te keren
Maar met nu tevreden zijn
Is iets wat je kan leren
AW May 2018
Morgen is de minste zorg
Zonder waterval aan vragen
Waarom? Wat? *** wil je dat ik dat doe?
Nu
Is altijd meer dan honger,
Gisteren nooit minder dan spijt

Het leven leest voor uit de legende
Maar leeft die niet
Nog steeds roepen de weken om stilstand
De uren om snelheid
De seconden om jou

En dus geef ik mij over
Aan de afkeer, de omkeer, de terugkeer, de wederkeer
Wederom went de nieuwe start
Tot elke gedachte versmelt tot vervreemding
Van voordeur, gewoonte en de geur van dat huis

Waar ooit thuis was is nu een regel,
Een vooroordeel dat schreeuwt 'nooit meer'
Een wereld te leren leidt altijd tot anders
Maar het keerpunt komt,
Onherroepelijk
Zoals geen dag zó steekt dat hij nooit stopt

Zo is morgen de minste zorg
En jij het verschiet dat elk keerpunt doet lonken
HJV Mar 2019
Ik zie ze vallen, de vogels zijn bevroren.
*** kan een vorst zo snel bevriezen?

Vliegen naar de vrijheid richting verder.
Maar het noorden is koud en het zuiden verwoest.

Oost of west, thuis, draag ik een vest.
De kachel verliet mij. Waarom verliet hij mij?

Een heuvel probeert zijn piek te bevochtigen,
Maar niemand staat daar, dus hij blijft droog.

Alles rolt naar beneden, een diep en duister gat.
Wanneer krijg ik een reden? Mijn kin is nat.

Ik vraag mij af wanneer dooi zal wederkeren.
Ik vraag mij af wie er moet leren.

Zijn zij dood en leef ik voort?
Of is dit zoals het hoort?

Kleurenblind, dat ben ik, maar jij bent doof.
Jouw oren werken, graver des kloof.

Wil jij niet luisteren? Ben jij bang?
Laat mij jou koesteren met mijn gezang.

Jouw wonden, lik ze niet zo hard.
Voel je pijn, spreidt het vlees apart.

Ik ben daar, ik **** je kreet.
Jouw vervloeking, toch, ik grijp je beet.

Ooit op een dag, in verre tijd.
Mijn hart beantwoord; jouw spijt.

Open je ogen en druppel met mij mee
Vergiffenis en liefde, ons bootje op zee.
My first ever poem in my native language, to my mother
Daan Dec 2018
Onder onze vleugels,
ik neem je mee naar huis
zachte schokjes aan de teugels,
maar altijd welkom thuis.

Ik ruim jouw rommel op,
roep regelmatig stop,
toch kan ik niet zonder,
mijn lieve levenswonder.

Door je eigen vleugels gedragen
vlieg je door mijn levensboek.
Ik durf het zelf haast niet te vragen,
wanneer kom je nog eens op bezoek?
Ik zal je missen tot je terug bent.
Daan Jul 2021
Het strijden is gestopt, verschoven,
net als de vele huizen, ondersteboven.
We reizen weer, soms zonder prik
en anderen krijgen stuk op lik.

Zolang ik maar dit en dat en grote jan
en het later online posten kan.
Zolang de zon voor mij maar schijnt,
maakt het mij niet uit van wie een thuis verdwijnt.

Er zijn toch geen gevolgen, ze kunnen mij
niks laten moeten. Het enige dat ikke ken,
is de grond onder mijn eigen voeten.
Ze zouden allemaal eens goed over *** voeten moeten krijgen.

Ja, we zijn allemaal in bepaalde mate beschadigd.
Het één praat het ander niet goed.
Daan Jul 2019
Alle gekheid
op een
stokje,
schotse mannen
in een
rokje,
wapperende manen
in de wiegelende wind, geruis,
als de wiedeweerga in het rond
en als het kind terug thuis
voor het eten van de avond.
Oh zo quirky

koorddansen tussen manie en ironie.
Daan May 2019
Nog maar net begonnen
en al twijfels
en al zweten.
Zijn dat nu duizend zonnen
die mijn huid brandmerken
of is mijn lijf vergeten
*** spieren horen te werken?

In de helft,
buitenshuis en buiten adem.
Waarom kijkt zij nu zo raar?
Lijkt het maar of gaat het langzaam,
hijgt het luid of schort iets aan mijn slik?
Terug thuis schiet mij te binnen:
****, dat meisje kende ik.
Nog meer pijn om te overwinnen.
Wanhopig mijn zomerlichaam achterna.
Daan May 2019
Ik ben naar hier gekomen,
onvrijwillig, moeten vertrekken
per boot omdat men in
mijn oude wereld niet goed
met elkaar opschoot.

Nu hier, noemen ze me
vluchteling, willen ze me
niet in huis. Mag ik dan nergens
gewoon zijn, om mijn familie
rouwen? Waarom mag ik niet net als
jullie
een warme thuis opbouwen?
Frisjes, hier, niet? Wij vinden dat allemaal.
Daan Sep 2020
*** is het zo ver gekomen?
Ik had ooit de grootste dromen,
breedste lach en hoogste ogen,
trots en fier maar ingetogen.

Ik zou de jongste zijn, de eerste
zijn. Ik zou beter dan de meeste
zijn en de bereden banen breken
door woorden te laten spreken.

Ondertussen zijn we hier, bezeerd,
niet beroemd, bereikt of luis.
Wij zijn hier, allemaal, thuis
en ook dat is niet verkeerd.
*** wil je je koffie?
Daan Dec 2021
We kunnen kiezen uit duizend bieren,
lokaal of in Hong Kong gebrouwen.
We kunnen thuis of winkelhieren
als we onszelf nog met ons geld vertrouwen.

Velen hebben maar net één persoon
aan wie ze al kunnen vertellen.
Soms is het een diertje te huis,
soms iemand elke dag te bellen.

We kunnen onze vingers afwisselen,
de smaak van het vlees bedisselen.
Zelfs zeggen of we aldaniet (helaas) gaan passen
en om 't goed te maken, helpen afwassen.

Voor *** kort het ook mag blijven hangen,
het gevoel dat iets genoeg kan zijn,
kan, gepaard met schaamrood op de wangen,
het pijnlijk meer-gewil met succes vervangen.
op het einde denk ik graag aan dankbaarheid.
Daan Jan 2023
Je schouder en je schoot, mijn kussen,
je lieve woord mijn dag te sussen.

Je knuffels, mijn thee,
je warme ogen, kachel en teevee,
je lach, de radio zonder ruis.

Bij jou ben ik comfortabel,
bij jou voel ik me thuis.
Je ogenblik zegt welkom.

— The End —