Submit your work, meet writers and drop the ads. Become a member
Daan Jul 2020
Grijsgevlochten haren in een roze strik.
Het leven heeft jaren naar mij gelachen
en ik,
ik durfde niet eens op te kijken,
bang niet ver genoeg te reiken.

De vlammen waren talrijk, rood
en overal. Mensen lazen de krant
op televisie en keken naar de zon voor brood.
De nood naar moed was groot
en liep stilaan uit de hand.
De vlammen werden blauw,
de tranen waren liefdevol,
geschonken in een ring van veren.

Lieve goochelaar, ik heb van jou nog
zo veel te leren. Help me kijken, op en langs,
de kleine dingen. Help me zingen op een druilerige morgen of een slapeloze avond, ondergedompeld in zorgen over dag. Help mij mijn hart te vinden en zo de vleugels
die de oorlog laten stoppen, uit te slaan.

Waar dan ook jouw huis naar toe beweegt,
is waar ik het allerliefst wil gaan.
Een krabbeltje na het kijken van Howl's moving castle. Ik denk dat ik meer te delen heb. Houd moed.
Noonie Aug 10
Knuffels op de automatische piloot,
Ik-hou-ook-van-jou’s zonder ziel,
Stiltes vol onuitgesproken woorden,
Twee mensen in een huis vol leegte,
Een thuis waar het hart niet meer klopt.

Ooit samen, nu vervreemd,
Twee werelden die elkaar niet raken.
Wanneer hebben we voor het laatst gelachen?
Heb ik je ogen zien stralen als je naar me keek?
Waar zijn die goede jaren gebleven?

Konden we maar terug in de tijd,
Toen liefde nog eenvoudig was,
En ik jou zonder zoeken kon vinden.

Waar ben je gebleven?

Ik zoek,
Maar ik vind je niet.
A Dutch poem about the fading of love.

— The End —