Ik zou beter stoppen
met elke gisteren te willen toppen,
met die fletse uitgebruiste moppen,
met die woorden die al zo vaak
zijn herhaald dat de betekenis
op melkbussen verschijnt.
Het schijnt dat ik loop te dolen.
Sinds ik geen tomaten heb, heb
ik evenredig minder controle
over mijn impuls.
De puls heeft lang te hard getikt,
ik mezelf gewogen
en mijn tijd gewikt.
Was ik maar iemand anders, zeg ik
soms, tegen mezelf in een andere taal.
Was ik maar meer mezelf, zeg ik
tegen een ander.
*** meer ik wil dat ik verander,
*** meer de dagen hetzelfde lijken.
Machteloosheid doet als koriander
elk gerecht tot zich bezwijken.
*** meer ik taal gebruik, *** minder taalgebruik gaat uitmaken.
*** meer ik maar, *** minder maar ikt.
*** meer ik de beer die wonden likt.
Ik wou te snel teveel veranderen, denk ik...