Niks behalve mis lukt.
Ik monolieg
over mijn zwijgen.
Ik loop levenslessenlang gebukt
onder een kopie van een kopie
van een robber met mijn eigen
geestig.
Voor hetzelfde geld
deed ik niet veel ander werk.
Geprezen, gewezen, deze
man is meer duivels dan de kerk.
Schilderijen langs de trap en lege zalen vol met mensen.
Ik had me geen beter beschreeuw kunnen wensen.
Ze roepen, ze sleuren, ze trekken en ze treuren,
ze wilden dat ze anders waren, in de arm knijpen
en plots de knepen kennen, zichzelf begrijpen.
De mens is vast geen onverander lijk.
Voor velen ben ik slechts een wissel,
een speler op de bank, aan de zijk-
ant. En ik twijfel of het bedissel-
en ervan
de moeite nog wel is.
Dezelfde foto's op de mooiste plaatsen,
op vrijdagavond scheve schaatsen,
de wereld vraagt je beter te gedragen.
En wij, wij lachen met die vragen.
Het is belachelijk te verwachten dat persoonlijkheid vast is
toch blijft gedrag zo moeilijk te veranderen.