Submit your work, meet writers and drop the ads. Become a member
Rowan Deysel Aug 2019
Op hierdie aarde, groen en blou
Met torings wat die lug uit grou
In elke huis waar mens dalk bly
Sal ek nooit weer iemand kry soos jy
In wye winkels en krom kerke
In nommers en vergete merke
Waar ryk sweef en arm lei
Sal ek nooit weer iemand kry soos jy
In stede, woude, see en woestyn
In alles, geen, grof en fyn
In luuks, skaars, bont en plein
Sal ek nooit weer iemand kry soos jy
In winter, lente, somer, herfs
Met albei vuur en skadu bederf
Waar ook al maan en son mag skyn
Sal ek nooit weer iemand kry soos jy
Waar sterre sing en sonne lag
Omring met komberse van die nag
Waar ou gode en planete gly
Sal ek nooit weer iemand kry soos jy
In ou legendes en sprokies verhale
In dooie sang en in lewende tale
In woorde wat die hart oop sny
Sal ek nooit weer iemand kry soos jy
In gister se groot verlate vlug
In môre se onmeetbare sug
In die nou wat ons so graag vermy
Sal ek nooit weer iemand kry soos jy
In slaap te dig en drome swart
In die wandel en wonder van die hart
In seer, troos, kwaad en bly
Sal ek nooit weer iemand kry soos jy
Andrew L Manson Jul 2018
Ik druk mijn lippen op jouw naam,
sierlijk op een enveloppe geschreven,
fragmenten van herinneringen,
in een brief die ik je nooit heb gegeven.

Weet je nog *** wij de eerste keer liepen,
door die oude hoofdstad van ons land?
Door de straten zwervend, lachend,
jouw koude in mijn warme hand.

En weet je nog de kleurigste herfst,
wandelend door het bos bij de duinen,
met jouw dochter die vol bewondering
naar paddenstoelen liep te struinen?

En weet je nog die hoogste schommel,
die bijna reikte tot de maan
waarop ik jou steeds hoger duwde,
omdat ik nog niet weg wilde gaan?

En weet je nog *** wij samen,
slenterend door winkels van ingebonden papier,
intiem pratend, de wereld negerend,
jij mijn hand pakte en zei “hier”?;
“Voel *** wij uit alle macht
hetzelfde dansen op het ritme van dit leven”
en *** ik toen ter plekke bedacht
dat ik jou mijn wereld wilde geven.

En weet je nog, toen het tij
zich tegen ons begon te keren
en wij nog dachten dat wij samen
de storm wel zouden kunnen trotseren,
*** ons roerloze schip
tezamen met mijn wereld is vergaan,
toen de golven van emoties
het tegen de rotsen hebben doen slaan?

En heb je het nog gehoord dat ik zoekend,
tussen het wrakhout in de koude oceaan,
jouw naam heb geroepen tot ik,
schor en half in verdriet verdronken,
maar aan land ben gegaan?

En heb je het geweten dat ik dolend,
over bospaden en de straten van die oude stad,
gezocht heb naar sporen van jou,
niet wetende of je aan mij dacht of dat je mij vergat?

Maar wat je niet hebt kunnen weten
en waarschijnlijk ook niet meer ziet
is dat ik nooit heb kunnen vullen,
de leegte die je achter liet.

Ik druk mijn lippen op jouw naam,
sierlijk op een enveloppe geschreven,
fragmenten van herinneringen,
in een brief die ik je nooit heb gegeven

— The End —