Zachte handen troosten me
maar als ik ze opzoek
voel ik een rilling over m’n rug glijden
De handen troosten opnieuw
maar wederom maken ze plaats voor een rilling
die telkens dieper dringt
tot ze zich nestelt in de donkerste uithoeken van mijn binnenste
en daar een verontrustende leegte achterlaat