Pak wat je
snappen kan en
smeer gekruide boter
tot elke bittere vezel is bedekt
en wat smelt ertussen
uit muist, lekt.
Konden wij zo maar
zomaar alles bevatten.
Omdat dat lekker is,
toelaten wat
wat gekker is.
Schenk een knuffel
aan wie ze nodig heeft,
een luisterend oor
aan wie iets wil vertellen.
Laat het oordeel jou niet vellen.
Wij zijn geen lapjes brood.
Ieder heeft vaker (dan lijkt) de nood.
Let op, niet alle metaforen werken
en als jij het bent, probeer
dat zelf dan op te merken.
Nog een les is: een mes is
ook om te smeren en de kam
niet enkel om over te scheren.
Ons hoofd dan weer een koelkast
die je af en toe best uitwast.
Noem het lenteschoonmaak of grote kuis
dan voelt het misschien wat eigen zinniger.