Wat zegt het over mij dat ik voor jou niet kan beslissen? Misschien schort het aan wij en moeten we ons wissen.
Laat toch vallen, dagelijks, drie woorden vervuld van romantiek. Avondlijks, mistig, dof, zie eens *** ik in de zetel plof. Morgen werken, 'k ben toch niet ziek?
Soms drijven, soms scheuren, klaarblijkelijk het gevolg van afwisselend kijven en dan zeuren, of van *** het huishouden huishouden kan.
Zeg schat, een nieuwe auto, bouw of kind, stemt dat jou ook terug goedgezind?