Niks behalve mis lukt. Ik monolieg over mijn zwijgen.
Ik loop levenslessenlang gebukt onder een kopie van een kopie van een robber met mijn eigen geestig.
Voor hetzelfde geld deed ik niet veel ander werk. Geprezen, gewezen, deze man is meer duivels dan de kerk.
Schilderijen langs de trap en lege zalen vol met mensen. Ik had me geen beter beschreeuw kunnen wensen.
Ze roepen, ze sleuren, ze trekken en ze treuren, ze wilden dat ze anders waren, in de arm knijpen en plots de knepen kennen, zichzelf begrijpen.
De mens is vast geen onverander lijk. Voor velen ben ik slechts een wissel, een speler op de bank, aan de zijk- ant. En ik twijfel of het bedissel- en ervan de moeite nog wel is.
Dezelfde foto's op de mooiste plaatsen, op vrijdagavond scheve schaatsen, de wereld vraagt je beter te gedragen. En wij, wij lachen met die vragen.
Het is belachelijk te verwachten dat persoonlijkheid vast is toch blijft gedrag zo moeilijk te veranderen.