Soms schouw ik toe, soms Jones ik Indiana. Soms praat ik tegen stoelen of vecht ik tegen tranen. Als ik weet wat ze bedoelen en het goed, laat ik het vechten los en staak en hecht ik mos aan stammen tot ik door het bos de bomen weer kan zien.
En dan mag ik wel gewoon wat huilen, als dat zo voelt, misschien.