Weet ge niet wat gij mist wanneer ge naast het potje pist? Het doel, de roos, het mikpunt van de spots. Al goed, 't kon erger, 't is bijvoorbeeld al geen kots.
Wie schiet moet zelf z'n pijlen rapen, wie niet kan vliegen moet geen vliegtuig kapen. Wie niet kan zien moet mij niet leiden, toch wie niet kan lachen moet mij verblijden.
Het is een tegenvaller, gesteld gedrag, een tegenstrijdigheid als iemand begroeten met dag.