Ik wilde jou zo graag bewaren, wilde jou het liefst verstoppen, achterin en zonder maren morgen onder soppen, brood en ei, verlossen van die koel verlichte plaats delict. Helaas, je bent ontdekt, met tros en al verorberd door mijn broer, gelikt, geknabbeld en gegeten in de rappe, bij thuiskomst, na een avondje stappen.