Er is nog zoveel levenswerk in het verschiet. Gedane moeite merk ik voorlopig niet. Ik zie alleen de tirannie van angst. Op maandagochtend ben ik op mijn bangst, gedeeld met zondag voor het slapen. Dan moet ik mijn moed bijeen staan rapen, mezelf overtuigen dat mijn end het langst zou zijn. Want wat ben ik toch bang dat ik het niet zal maken, wat laat ik mijn leven toch wrang smaken door steeds met takjes tussen eigen spaken niet te werken voor waar ik naar verlang.