Ik steek over, kijk met opzet langs die grijsgekleurde rover, zet mijn stap en passen, pas dan op, roept iemand, stop!
Plassen bloed, kil, het is te laat, de wereld eens zo luid, stil op straat, enkel iemand die tegen de hulpdiensten praat. Hij zegt: 'Hij had die auto niet gezien, wilde oversteken, leefde met te grote teugen.' Daarmee zonder zelf te weten, zonder zekerheid, een omvergeblazen leugen.