Jij bent het kronkelrietje en de blokjes ijs, het koele vocht dat druppeltjesgewijs sijpelt naar beneden als een liedje, zelf zeker, dat komt kloppen, komt vragen of het binnen mag.
Jij bent het water in de beker, het roze stukje en het bief, het optimistje in de hoofdrol op een hete zomerdag en, lief, jouw glas is altijd halfvol.