Hij bakte zoute broodjes, blies en zoog van lage torens, legde de eerste loodjes, vatte paarden bij de horens en stootte zich als koeien aan dezelfde steen. Hij hoorde zeemeerminnen loeien, keek verder dan wat jij ziet en liet, na zonneschijn, regen komen. Toch geraakte hij er niet. Alle wegen leidden naar dromen.