Ik herken je nog maar half. Jij was de enige die met vervallen zalf onze wondes bleef genezen. Ik hoop nog dat je dit kan lezen of dat je minstens weet dat wij dagelijks dankbaar waren voor alles wat je deed.
Het sijpelt stilaan binnen. Het valt niet te begrijpen ***. Je ziet dat niet beginnen. Zeg nu al dat je van haar houdt voordat de lucht komt te veranderen en langzaamaan, tot het onhoudbare toe, zijn kleur verliest, vergrauwt.
Binnenkort zien wij je terug. Dan verwacht ik van die fiere dame zachte, lieve klopjes op mijn rug, zoals toen we bij jou, na het vallen, om troost en zalfjes kwamen.