Het lijkt soms zo gemakkelijk. Blij zijn blijkt dan toch niet zó vermakelijk. Ik bijt en kauw en zeg "Oei, sorry, smakelijk!" tegen jou.
Het voelt zo egocentrisch, onbezonnen, om (zelfs zwakkelijk) te delen dat je ligt te zonnen. Het is niet echt, ver zonnen, als werk, onbegonnen, om te onrafelen wat is en waarin ik mij vergis. Hoedanook, de planten zijn getrokken nog voor de grond ontgonnen, nog voor de bus vertrokken. De grootste, gemeenste deler heeft de prijs der groenteteler wederom gewonnen.
De reis is lang en hobbelig, de pudding in mijn ****, voorheen bedekt met hard en knobbelig.
Ik denk dat men meer heeft moeten graven dan men doet uitschijnen. Beetje te beladen is niet altijd beter.