Als alles door elkaar loopt, blokkeert mijn zicht. Dan zie ik bowlingbanen zonder hekjes en straten zonder licht. Ik rem aan sporen zonder bomen. Want alles lijkt gevaarlijk, zoals plassen in je dromen.
Alles wordt een risico. Niemand weet wat kan of werkt. Soms word je dan nat wakker, heb ik in mijn jeugd gemerkt.