Ik heb een duidelijke taak gekregen, gisteren de glazen zitten legen, verlegen toch in bed gelegen vanwege de wegen die doorwegen op mij en mijn zin zit tegen.
Begin dan toch gewoon, laat al de rest maar vallen, begin nu eindelijk, alles is toch tijdelijk.
Ik heb me erachter gezet, goed opgelet, ik weet het, 't is een leugen, een klucht. Ik ben dan toch begonnen al was het met een diepe zucht.