Het was herfst en vakantie. En vakantie en herfst.
En het was herfstvakantie.
Blaadjes hingen in de lucht.
Veel blaadjes hingen er, maar vooral veel liefde.
Al hing die niet, maar sprankelde en glinsterde.
Weg zijn de blaadjes en de straatjes van toen, maar kortbij is de liefde van toen en nu.
Die sprankelt en glinstert. Nog altijd, en voor altijd.
Naast elkaar in het busje als twee sterretjes naast elkaar aan een donkere koude hemel.
Het flesje de regen van de nacht.
De popcorn mijn hersens die wegsmolten.
De aanrakingen van lippen de zachte streling van de wind.
Ik denk dat vallende sterren is wat wij zijn.
Wat zijn we anders dan vol vuur en liefde vallend voor elkaar?
DREAMYWANDERER