Waar zit wie op te wachten,
wat, denk jij, kan de pijn verzachten?
In nemen zal je het niet vinden, ***
innemend dat ook lijken kan.
Morgen lig je, ten laste, op vaste
plekken doorheen het huis of morgen
ben je een niet-gebruikt gebouw, gesloopt tot gruis.
Waar wacht je op, wat tegen, waar voor,
wat voor zaken zorgen dat je weder wacht
tot morgen?
Opgeborgen zaken komen boven drijven.