Submit your work, meet writers and drop the ads. Become a member
Nienke Aug 2017
keer op keer
telkens weer
vlak voor zonsopgang
hoevaak nog wakker te worden
met een steen in mijn buik
hoevaak nog betraande ogen te openen
in het holst van de nacht
in de stilte na de storm
als een zwarte koude wind
je neemt me steeds weer
eventjes
mee
naar een plek waar ik niet wil zijn
nee
het is er niet fijn
het doet pijn
keer op keer
een geschaden vertrouwen
wanneer laat je me met rust
dit is wat het doet met een vrouw
jij, geschaden vertrouwen
ik wantrouw jou
Nikki May 2020
Zie me
denk ik telkens als je me
nonchalant passeert in de gang

**** me
roep ik stilzwijgend
als ik je stem herken

Voel me
fluister ik als we per ongeluk
tegen elkaar opbotsen

Ken me
zoals alleen jij dat kan

Hou van me
bid ik hoopvol elke nacht

Vergeef me
dat ik je dit niet durf zeggen
Nikki May 2020
Ik voel me leeg en alleen
Maar als ik jou zie
Draait m’n hart overuren
Je stem geeft me kippenvel
En je blik betovert me

Helemaal van ****
Snak ik naar adem
Opnieuw en opnieuw
Hopend op meer

Als je dicht bij me bent
Schijnt de zon
Maar mijn dagen zijn donker
En mijn nachten maar kort
En als de zon buiten opkomt
Gaat de mijne telkens weer onder
Daan Jun 2019
Doe mij maar gras op crackers,
Ik zet telkens veertien wekkers
Om te weten wat mag smaken
Mij zie je geen boterham
Met salami en choco maken
Pak de fiets, het houdt, het hout,
De spaken, ik moet braken
Van die biefstuk op een bedje van
En dat schreeuw ik van de daken
opdat iedereen het horen kan.
Oke groen(ten) is(/zijn) goed maar je hoeft het(/ze) niet in mijn gezicht te duwen.

Slaatje slaat je in je gezicht

Of of of. Ja oke
Nikki Sep 2020
Zachte handen troosten me
maar als ik ze opzoek
voel ik een rilling over m’n rug glijden

De handen troosten opnieuw
maar wederom maken ze plaats voor een rilling
die telkens dieper dringt
tot ze zich nestelt in de donkerste uithoeken van mijn binnenste
en daar een verontrustende leegte achterlaat
Daan Mar 2020
In de kelder heb ik een kamer vrij
gehouden, opgemaakt en zo geheim
dat ik er niemand, buiten mij,
zou binnen laten.

Het licht is dim en door de opening van de deur
valt het meeste licht op een houten
sokkeltje. Daarnaast hangt er een geur
van jong parfum en een glinster gouden
mokkeltje.

Het is mij een dierbaar ver verleden,
waar ik vroeger veel om heb geleden.
Net daarom staat het uit zicht
en krijgt het gewelf er amper licht.

Op de sokkel staat een herinnering die me telkens kan ontstuimen.
Misschien is het eens tijd om de kamer op te ruimen.
Oppassen geblazen

— The End —