Submit your work, meet writers and drop the ads. Become a member
A Henslo Feb 2019
DE SNEEUW VINDT HAAR EINDE OP EEN WARM GAZON
EN WAT OVERBLIJFT

De diepste indruk maakt een dik pak sneeuw.
Rustig residu die middag,
opziend naar een wonderblauwe hemel.

Sneeuw biedt je weer een lijf, zet je een hoed op,
begraaft je in haar tweede natuur, met een schijnsel
van sepia, lekkend schemerblauw.

De sneeuw friemelt aan je voegen,
wil naar binnen.

In de sneeuw ben je engelachtig
en zij is niet beangstigend, zij lijkt ons veeleer
te omarmen en te beschermen
op onze weg door de stad

Zelfs middelbaar ben je weer even kind.
De sneeuw vangt ons met haar gepeperde adem
en geeft frisse lucht.

Zij komt en gaat en komt weer terug
Zij hoopt zich op zonder
hoop op duurzaamheid
& wenst niet te blijven.

De sneeuw, ik benijd haar,
dat zij zal verdwijnen
laat haar koud

Zij is haar eigen landschap,
met haar coole witkalk
creëert ze
een albasten pracht

trekt zich dan terug zonder klacht.
English Dutch transposition by A.Henslo
Original poem by Deborah Landau, 2018

The Snow Goes to the Gallows of a Warm Grass  and What Survives

The deepest redress is a thick and fulsome snow.
Peaceful prevail of afternoon,
looking out at this bluish marvel the air.

The snow realizes you a body, puts on you a hat,
tombs you in its second nature, with consequence
of sepia, a leaking dusky blue.

The snow fumbles at your borders,
wants a way in.

In the snow we are angelic
and it’s not discouraging in fact it is marvellous
when the snow has its arms around us
and we walk the streets as if safe.

You’re a child, even in midlife.
The snow clouds us in its peppery breath
and the air comes fresh.

It comes and goes and comes again
it doesn’t aim for durability
it accumulates for the sake of it
& doesn’t want to last.

The snow, I envy it,
it will vanish
but it doesn’t care,

it’s its own garden,
its own cool chalky paint―
kicks up
an alabaster splendor

then retreats without complaint.
AW Jun 2012
Waar de zon wel lijkt te schijnen
Ziet zij nog alles zwart
Waar hitte de vreugde verdort
Zomer in haar hart

Waar de kleuren wel mooi lijken
Heeft de wind haar gevoel verwart
En de regen haar vrijheid doen wijken
Herfst in haar hart

Waar de zon schittert op de sneeuw
Heeft het ijs haar hoofd verhard
Snijdt de kou zich in haar lichaam
Winter in haar hart

Waar alle kleuren lijken op te bloeien
Maar de regen met tranen vermengd wordt
Hoopt ze dat het in haar hart
Ooit weer lente wordt
Daan Dec 2019
De beste kerst is
kerstmis met rode wijn
en gerst en nat
en koud en sneeuw van goud dat,
dartelend, de lucht kartelend,
neer dwarrelt.

De beste kerst heeft koord gevroren,
zilver glinsterballen om de oren
van de takken van de boom.
Wat ben jij groot geworden,
moeder, neef en nicht en oom,
ze drinken koffie na het eten,
doen *** best niet te vergeten
dat ze nog moeten rijden,
wetende dat we op de simpelweg
elkaar met gezelligschap kunnen verblijden.

De beste kerst is draagzaam over lange afstand,
ondanks de periodes zonder elkaar.
De beste kerst is nu, een beetje al vandaag
en een beetje uitkijken naar die van volgend jaar.

De beste kerst is schappelijk, aannemelijk tevredenheid,
de beste kerst is profiteren van het feit
dat mensen al jaren godheden vereren,
zonder gevoelens te bezeren.

De beste kerst is middelmaat, onwetendheid.
Want zij zijn zalig, heilig, zacht getroffen,
daar zij tevreden zijn met een trui of nieuwe sloffen.

Zonder beter moeten, hebben, zijn,
je wint maar niemand vindt dat fijn.
Het waar geluk zit dan vanbinnen,
dus laat het avondmaal beginnen.
Omdat het eten = waar geluk en dan vanbinnen zit natuurlijk.

Smakelijk allemaal!
Daan Feb 2021
Ik zag je niet als eerst in een winters wonderpark,
waar sneeuw en koude heerst, met wollen wanten-warmte
en messen voor de voeten. Ik zag geen dwarrelende sneeuw
tussen takken, tikkende hakken op gesmolten ijs.

Ik zag je niet als eerst in een dolgroen lenteweide,
waar de schapen de hondjes leiden
en de zon de mensen van allerhande druppeltjes doet spreiden.

Ik zag je wel de tweede keer op een plein onder
de sterrenhemel, in je rok, in één oogopslag die al mijn aandacht trok.
Ik zag je toen, die tweede keer. Ik riep je naam. Je draaide om nadat je stopte en het was voor mij op dat moment dat het begon,
dat ik al zeker wist dat alles klopte.
omarmtme rijmt op warmte? Alleszins, wat klopt voor jou, klopt niet per se voor iedereen. Dit klopte voor ons. begin, midden en eind.
Daan Apr 2019
Donkere sneeuw valt op en in
jouw hoofd.
Als ik het twee maanden
geleden had voorspeld,
had niemand me geloofd.
Het is een soort die niet smelt,
ophoopt en je geest verdooft.
Hij blijft maar vallen,
soms wat meer, soms wat minder.
We zien dat aan jouw wallen.
Toch ondervinden wij
in steeds grotere mate hinder
en vragen we ons af:
'Wat vind jij?'
Kan je het nog dragen?

— The End —