Submit your work, meet writers and drop the ads. Become a member
O wat zou ik graag
Mijn herinneringen
Aan stukken rijten
Om ze vervolgens
Op een zomermiddag
Buiten op een kleedje
Stilletjes uit te zoeken
Om dan uiteindelijk
De door mij
Zorgvuldig uitgekozen
Momenten
Weer aan elkaar te plakken
Alsof het is
Een oude filmrol
Zodat ik die op
Mijn allerlaatste dag
Af zou kunnen spelen
Andrew L Manson Jul 2018
Ik druk mijn lippen op jouw naam,
sierlijk op een enveloppe geschreven,
fragmenten van herinneringen,
in een brief die ik je nooit heb gegeven.

Weet je nog *** wij de eerste keer liepen,
door die oude hoofdstad van ons land?
Door de straten zwervend, lachend,
jouw koude in mijn warme hand.

En weet je nog de kleurigste herfst,
wandelend door het bos bij de duinen,
met jouw dochter die vol bewondering
naar paddenstoelen liep te struinen?

En weet je nog die hoogste schommel,
die bijna reikte tot de maan
waarop ik jou steeds hoger duwde,
omdat ik nog niet weg wilde gaan?

En weet je nog *** wij samen,
slenterend door winkels van ingebonden papier,
intiem pratend, de wereld negerend,
jij mijn hand pakte en zei “hier”?;
“Voel *** wij uit alle macht
hetzelfde dansen op het ritme van dit leven”
en *** ik toen ter plekke bedacht
dat ik jou mijn wereld wilde geven.

En weet je nog, toen het tij
zich tegen ons begon te keren
en wij nog dachten dat wij samen
de storm wel zouden kunnen trotseren,
*** ons roerloze schip
tezamen met mijn wereld is vergaan,
toen de golven van emoties
het tegen de rotsen hebben doen slaan?

En heb je het nog gehoord dat ik zoekend,
tussen het wrakhout in de koude oceaan,
jouw naam heb geroepen tot ik,
schor en half in verdriet verdronken,
maar aan land ben gegaan?

En heb je het geweten dat ik dolend,
over bospaden en de straten van die oude stad,
gezocht heb naar sporen van jou,
niet wetende of je aan mij dacht of dat je mij vergat?

Maar wat je niet hebt kunnen weten
en waarschijnlijk ook niet meer ziet
is dat ik nooit heb kunnen vullen,
de leegte die je achter liet.

Ik druk mijn lippen op jouw naam,
sierlijk op een enveloppe geschreven,
fragmenten van herinneringen,
in een brief die ik je nooit heb gegeven
Daan May 2020
Wat zou me dan bedreigen?
Als ik nu eens echt zou doen
wat ik al jaren wil,
wat zou mij klein proberen krijgen?

Is het mijn alomoude omgeving?
Is het iets nieuws, een dodelijk gevaar,
een tsunami of een aardbeving?
Wat is hetgeen waarover ik mij zorgen baar?

Is het het onbekende, of vreemdelingen
op de lijn, mensen die valse liedjes zingen,
of toekomstige herinneringen vol met pijn?

Wat doet mij het meest verdriet?
Ik denk die momenten, 's avonds laat, in bed,
wanneer niemand me ziet en ik mijn negatief
denken niet krijg afgezet.

Misschien vind ik erdoor geen werk,
of schiet iemand een kogel door mijn kerk.
Misschien verlies ik mensen dicht,
misschien gaat mijn zon dan onder
en zie ik nooit meer licht.

Het weegt, het is een overdrijving,
te dramatische beschrijving
van een zelfingenomen lul.
Het is zo arrogant om die dingen al te zeggen,
je bent nog nergens dan is die angst toch flauwe kul.

Je staat aan het begin en hebt nog overal gezicht.
Waarom heb je nu al schrik
voor later nooit meer licht?
Tijd voor reflectie en een herevaluatie van prioriteiten.

— The End —