Ik heb mezelf met pijn moed
Ingeschreeuwd, in 't oor, gefluisterd.
Alsook wanneer de zon de maan verduistert.
Zo ken ik mijn bereik maar al te goed.
Beperkingen in grond en hitte,
Waar een steen zo gloeit
Dat men met moeite zitten
Kan en het gewas maar amper groeit
Ik heb een glas ingeschonken
Paars, rood, wit en sterke geur
Uit diens droogte word ik waterig
Over doorzichtige vormen zie ik haar lonken.
Op haar gezicht de tweede kleur.
Ik herinner me die avond. Al is het katerig.
Grow some *****