Als een zoeklicht, opgericht
Naar een hemel vol sterren
Kruist ze lichtstralen, verhalen
En schiet verder in de nacht
Voor één moment, onbekend
Voor de lege eenzaamheid
Dan weer eindeloos, zwart
Een knipperlichtrelatie
Met de glinsterende maan
Stralend middelpunt
Van de nacht die zij zelf
Slechts bliksemsnel verlichten mag
Zij, kortstondig als de dag
En voor de maan niet anders
Dan de sterren
Die hij lichtjaren eerder
Al doven zag
De afstand onoverbrugbaar
Tussen haar en het donkerste licht
Vindt ze zichzelf
In het laatste kwartier
Terug aan de kust
De enige plek waar zijn vingers haar beroeren
Waar zijn passie in de golven
Haar op haar knieën dwingt
Waar de zwarte eenzaamheid
Haar niet langer van hem *******br>Daar waar de maan
Het tij steeds weer keert